ECLI:NL:CRVB:2019:959
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van het Uwv inzake Ziektewet-uitkering en intrekking daarvan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Sterk Werk Uitzendbureau B.V. tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de Ziektewet (ZW) uitkering van een werknemer die zich ziek heeft gemeld na een arbeidsongeval. De werknemer, die als hovenier werkte, heeft zich op 28 oktober 2013 ziek gemeld. Het Uwv heeft hem ziekengeld toegekend, maar na een herbeoordeling heeft het Uwv besloten dat de werknemer per 27 oktober 2014 ongewijzigd recht had op ziekengeld. Het bezwaar van de werkgever tegen dit besluit werd ongegrond verklaard door het Uwv.
De rechtbank heeft het beroep van de werkgever tegen deze beslissing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de werkgever betoogd dat de werknemer minder beperkingen heeft dan door het Uwv is aangenomen en dat er voldoende functies beschikbaar zijn voor de werknemer. De Raad heeft het onderzoek geschorst om het Uwv in de gelegenheid te stellen een nadere toelichting te geven. Uiteindelijk heeft het Uwv in een gewijzigde beslissing op bezwaar het bezwaar van de werkgever gegrond verklaard, maar de intrekking van de ZW-uitkering kon niet worden geëffectueerd omdat de werknemer inmiddels de maximale termijn voor ziekengeld had ontvangen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond is, omdat de wetgeving niet toestaat dat de ZW-uitkering eerder wordt ingetrokken dan de dag na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de werkgever, die in totaal € 2.816,- bedragen. De uitspraak is gedaan op 13 maart 2019.