ECLI:NL:CRVB:2019:886
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake procesbelang en ontheffing uit functie van staffunctionaris bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die werkzaam was bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Appellant was ontheven uit zijn rol als [naam functie 2] van de [commissie] en had geen hoger beroep ingesteld tegen de opheffing van zijn functie van staffunctionaris. De Raad oordeelde dat de opheffing in rechte vaststaat, waardoor appellant zijn werkzaamheden niet meer kan uitoefenen, ongeacht de uitkomst van het hoger beroep. De Raad concludeerde dat appellant geen schade had geleden, aangezien er geen salarisvermindering had plaatsgevonden na de ontheffing. Ook de stelling van appellant dat hij in een kwaad daglicht was gesteld, werd niet voldoende onderbouwd. Hierdoor was er geen procesbelang meer voor appellant, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak van de rechtbank Gelderland werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.