Uitspraak
17.2880 PW
OVERWEGINGEN
als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2019.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Verstraten, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas, die een lokaalverbod had opgelegd. Dit lokaalverbod was voortgekomen uit eerdere incidenten waarbij de appellant verbaal geweld had geuit tegen medewerkers van de gemeente. Het college had de toegang tot het Huis van de Gemeente ontzegd en later het lokaalverbod verlengd. De appellant stelde dat deze verlenging een besluit was waartegen bezwaar gemaakt kon worden, maar het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat er volgens hen geen sprake was van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank Limburg had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde de appellant zijn argumenten. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de ontzegging van de toegang tot het gemeentehuis geen publiekrechtelijke rechtshandeling was en daarom niet als een besluit in de zin van de Awb kon worden beschouwd. De Raad bevestigde dat de appellant voldoende mogelijkheden had om te communiceren met het college, ondanks het opgelegde communicatieverbod. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.