ECLI:NL:CRVB:2014:1967
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Toegangsontzegging gemeentehuis en publiekrechtelijke rechtshandeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een ontzegging van de toegang tot het gemeentehuis van Terneuzen, die hem was opgelegd na een incident op 9 februari 2012. Tijdens een gesprek met zijn consulente had de appellant zich ongepast gedragen, wat leidde tot de ontzegging van de toegang tot het gemeentehuis. Het college van burgemeester en wethouders verklaarde het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk, omdat de ontzegging geen publiekrechtelijke rechtshandeling zou zijn en dus niet onder de Algemene wet bestuursrecht viel.
De Raad heeft vastgesteld dat de ontzegging van de toegang tot het gemeentehuis niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. De Raad oordeelde dat het college handelde als eigenaar van het gebouw en niet in de uitoefening van een publiekrechtelijke taak. De appellant betoogde dat de ontzegging verband hield met de uitvoering van de Wet werk en bijstand, maar de Raad vond geen grond om dit standpunt te bevestigen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met O.L.H.W.I. Korte als voorzitter en J.F. Bandringa en M.C.D. Embregts als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd geen veroordeling in proceskosten opgelegd.