ECLI:NL:CRVB:2019:575
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek bijzondere bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk. Appellant had op 13 december 2013 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor reiskosten, tandartskosten en de kosten van een bril. Het college heeft deze aanvraag op 23 januari 2014 afgewezen, omdat niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden voor bijzondere bijstand. Appellant heeft bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens meerdere keren verzocht om terug te komen van het besluit, maar deze verzoeken zijn steeds afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat appellant geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die een heroverweging van het eerdere besluit rechtvaardigen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in zijn bezwaarprocedure niet de juiste argumenten heeft ingebracht en dat hij ook niet heeft aangetoond dat hij financieel niet in staat was om juridische bijstand te krijgen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank Gelderland bevestigd, waarin het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door M. Hillen, met F. Demiroğlu als griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2019.