Uitspraak
17 6340 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.Bij besluit van eveneens 13 september 2016 heeft het college een bedrag van
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 12 juli 2016 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet de gevraagde informatie had verstrekt. Tevens had het college een voorschot van € 2.490,17 teruggevorderd. De appellant ging in bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond en corrigeerde het terugvorderingsbedrag naar € 835,46.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging. In hoger beroep voerde de appellant aan dat het college het terugvorderingsbesluit niet had herroepen, wat volgens hem noodzakelijk was voor de rechtszekerheid. De Raad oordeelde echter dat het college het terugvorderingsbesluit wel degelijk had herroepen, omdat het college het bedrag van de terugvordering had gecorrigeerd naar het juiste bedrag van de laatste voorschotverlening. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak werd gedaan door M. Schoneveld, met J.M.M. van Dalen als griffier. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.