ECLI:NL:CRVB:2019:453
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, die sinds 2005 arbeidsongeschikt is door psychische klachten, had een WIA-uitkering die in 2007 was vastgesteld op 100%. In 2016 heeft het Uwv, na een herbeoordeling op verzoek van de ex-werkgever van appellante, geconcludeerd dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en haar WIA-uitkering per 28 juni 2016 heeft beëindigd. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de medische belastbaarheid van appellante op overtuigende wijze is gemotiveerd. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die haar standpunt ondersteunt. De Raad heeft de conclusies van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep afgewezen. De uitspraak bevestigt dat de beëindiging van de WIA-uitkering terecht is geweest, gezien de vastgestelde belastbaarheid en de geschiktheid voor andere functies.