4.5.Psychiater Lam vermeldt in het expertiserapport van 26 juli 2017 dat appellante een langdurige en uitgebreide voorgeschiedenis in de GGZ kent, bekend met bipolaire stoornis type 1, naast PTSS, waarvoor uitgebreide medicatie wordt gebruikt, zowel antipsychotica als meerdere stemmingsstabilisatoren. Zij heeft veel depressieve episodes gekend, waarvoor antidepressieve medicatie werd voorgeschreven. De laatste decompensatie is langdurig geweest met een duur van bijna een jaar. Psychiater Lam vermeldt dat sprake is van een zeer wankel en kwetsbaar evenwicht, kwetsbaarheid voor recidive en dat blootstelling aan arbeid het risico op volledige uitval zeer zal verhogen. Hij is het eens met de behandelend psychiater dat het risico van terugval voortdurend aanwezig zal blijven. Mede op basis van de bevindingen en de door psychiater Lam genoemde risico’s heeft Kruithof navolgbaar geconcludeerd dat gezien het wankele/kwetsbare evenwicht er om “preventieve” redenen een urenrestrictie is geïndiceerd in de vorm van 4 uur per dag, 20 uur per week, dit naast de beperking met betrekking tot nachtdiensten en onregelmatige werktijden. Die conclusie is in lijn met het rapport van verzekeringsarts-medisch adviseur Hommema van 7 juni 2016 en de eerdere beoordeling door het Uwv in 2012. In reactie op de rapporten van psychiater Lam en verzekeringsarts Kruithof heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep vermeld dat een additionele urenbeperking niet wordt onderbouwd door (nieuwe) gegevens en niet wordt gerechtvaardigd door het dagverhaal van appellante. Volgens de standaard Duurbelastbaarheid in arbeid kan bij een bipolaire stoornis een duurbelasting op preventieve gronden worden overwogen, waarbij ervaringen uit het verleden worden betrokken. Met die reactie is, gelet op de door Kruithof beschreven bevindingen en risico’s door psychiater Lam, de informatie van de behandelend psychiater en het beschreven langjarig beloop van de gezondheidssituatie van appellante onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een preventieve urenbeperking van 4 uur per dag, 20 uur per week, niet gerechtvaardigd is. Gelet op dit oordeel bestaat geen aanleiding om een onafhankelijke medisch deskundige in te schakelen.
5. Het hoger beroep slaagt. De aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten in hoger beroep, zal worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal het beroep van appellante gegrond worden verklaard en zal het bestreden besluit worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er zijn te weinig gegevens voorhanden om zelf in de zaak te voorzien. Het Uwv zal worden opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Bij de nadere beoordeling van de aanspraken van appellante op een WIA-uitkering per 11 oktober 2015 zal het Uwv moeten uitgaan van een urenbeperking van 4 uur per dag en 20 uur per week. Met het oog op een voortvarende afdoening van het geschil bestaat aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Awb te bepalen dat tegen dit nieuwe besluit slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld.
6. Er is aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten van appellante. Deze kosten worden begroot op € 1.024,- in beroep en € 1.024,- in hoger beroep wegens verleende rechtsbijstand. Daarnaast komen de kosten van het rapport van psychiater Lam in hoger beroep, in totaal € 2.299,- inclusief BTW, in aanmerking voor vergoeding. Ook het rapport van verzekeringsarts Kruithof in hoger beroep komt in aanmerking voor vergoeding. Gelet op artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht en het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (tarief 2018) komt appellante bij een bestede tijd van 12 uur een forfaitaire vergoeding toe van 12 uur x € 122,63 = € 1.471,56 (exclusief 21% BTW). Daar wordt nog een kilometervergoeding van 20 x € 2,86 = € 57,20 bij opgeteld, totaal € 1.528,76
(exclusief 21% BTW). De totale vergoeding voor het rapport van verzekeringsarts Kruithof bedraagt € 1.849,80 (inclusief 21% BTW). In totaal is het Uwv aan appellante € 6.196,80 aan kosten verschuldigd.