ECLI:NL:CRVB:2019:439

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 januari 2019
Publicatiedatum
13 februari 2019
Zaaknummer
17/6257 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de intrekking van bijstandsrecht na niet reageren op oproepen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 7 augustus 2017. De appellante, die niet is verschenen, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij haar recht op bijstand was opgeschort en later was ingetrokken. De besluiten waren genomen naar aanleiding van het niet verschijnen van appellante op oproepen voor gesprekken en het niet indienen van de verzochte informatie. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de hersteltermijnen die het college had gegeven niet onredelijk kort waren en dat appellante niet had aangetoond dat zij geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet reageren op de oproepen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

17/6257 PW-PV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 7 augustus 2017, 17/684 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)
Datum uitspraak: 29 januari 2019
Zitting heeft: M. Schoneveld
Griffier: J.M.M. van Dalen
Appellante is niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. A.J. Wintjes.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Bij besluiten van besluiten van 25 oktober 2016, respectievelijk 31 oktober 2016, is het recht op bijstand van appellante opgeschort met ingang van 25 oktober 2016, is de bijstand per die datum ingetrokken en zijn de betaalde kosten van bijstand over de periode van
25 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2016 teruggevorderd. Na bezwaar heeft het college deze besluiten gehandhaafd bij besluit van 23 januari 2017 (bestreden besluit). Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat appellante niet is verschenen op oproepen voor gesprekken op 25 oktober 2016, respectievelijk 27 oktober 2016 en niet de bij die oproepen verzochte informatie heeft ingeleverd. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Niet in geschil is dat een sociaal rechercheur de oproep voor het gesprek op 25 oktober 2016 op 21 oktober 2016, en de oproep voor het gesprek op 27 oktober 2016 op 25 oktober 2016, persoonlijk bij appellante heeft bezorgd. Dit betekent dat het college appellante hersteltermijnen van vier, respectievelijk twee dagen heeft gegeven om gehoor te geven aan de oproepen voor een gesprek en het overleggen van informatie. Vaststaat dat appellante op beide oproepen niet heeft gereageerd en niet is verschenen.
Anders dan appellante heeft aangevoerd heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat deze hersteltermijnen niet onredelijk kort zijn. Voor de stelling van appellante dat het college ermee bekend is dat zij voor de afhandeling van haar post afhankelijk is van anderen die niet dagelijks beschikbaar zijn, is geen steun te vinden in de gedingstukken. Daarbij komt dat het op de weg ligt van appellante om te bewerkstellingen dat zij toch tijdig kennis neemt van haar post. Niet is gebleken van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat appellante geen verwijt kan worden gemaakt van het geen gehoor geven aan de oproepen.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier. De voorzitter.
(getekend) J.M.M. van Dalen (getekend) M. Schoneveld
md