Uitspraak
mr. A.J. Wintjes.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 7 augustus 2017. De appellante, die niet is verschenen, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij haar recht op bijstand was opgeschort en later was ingetrokken. De besluiten waren genomen naar aanleiding van het niet verschijnen van appellante op oproepen voor gesprekken en het niet indienen van de verzochte informatie. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de hersteltermijnen die het college had gegeven niet onredelijk kort waren en dat appellante niet had aangetoond dat zij geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet reageren op de oproepen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.