ECLI:NL:CRVB:2019:431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
Op 29 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/1656 PW-PV. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam van 13 februari 2018. De zaak draait om de afwijzing van een aanvraag om bijstand, waarbij de periode van beoordeling loopt van 23 november 2016 tot en met 23 februari 2017. De appellant heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie voorafgaand aan de aanvraag en in de beoordelingsperiode.
De appellant heeft verklaard dat hij heeft geleefd van geleende bedragen van familieleden en vrienden, en dat hij contante bedragen heeft ontvangen. Daarnaast heeft hij aangegeven spullen te hebben verkocht via Marktplaats.nl en op rommelmarkten, maar heeft hij geen objectieve en verifieerbare gegevens overgelegd die zijn verklaringen onderbouwen. De verklaring van zijn moeder, waarin staat dat hij maandelijks wordt ondersteund door familieleden, is niet concreet genoeg en bevat geen specifieke data of bedragen. Bovendien is deze verklaring achteraf opgesteld en niet onderbouwd met verifieerbare gegevens.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat de appellant over contante bedragen heeft beschikt waarvan de herkomst en omvang niet vastgesteld kunnen worden. Hierdoor kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld. Het hoger beroep van de appellant is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.