Uitspraak
17.7652 AKW
OVERWEGINGEN
20 juli 2016 heeft de rechtbank de ouders van [naam kleinzoon] uit de ouderlijke macht ontheven en appellant benoemd tot voogd. [naam kleinzoon] woont sinds september 2013 bij zijn tante, de dochter van appellant (pleegmoeder). Zij ontvangt voor [naam kleinzoon] een pleeggeldvergoeding. Appellant heeft kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) aangevraagd voor [naam kleinzoon]. Hij heeft daarbij gesteld per kwartaal ongeveer € 700,- bij te dragen in het onderhoud van [naam kleinzoon]. De Svb heeft geweigerd appellant kinderbijslag toe te kennen. Naar het oordeel van de Svb heeft appellant geen recht op kinderbijslag, nu [naam kleinzoon] niet is aan te merken als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind van hem. [naam kleinzoon] zou als pleegkind aangemerkt kunnen worden als hij door appellant als eigen kind wordt onderhouden. Hiervan is geen sprake, nu de pleegmoeder een pleeggeldvergoeding ontvangt en een derde dus in belangrijke mate bijdraagt in het onderhoud van [naam kleinzoon]. Bij beslissing op bezwaar van 11 mei 2017 (bestreden besluit), waarin is vastgesteld dat deze ziet op het vierde kwartaal van 2016 en het eerste van 2017, is het bezwaar tegen de weigering van kinderbijslag ongegrond verklaard.