ECLI:NL:CRVB:2019:4287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering om terug te komen van een besluit inzake ziekengeld op grond van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die eerder ziek was gemeld met psychische klachten en rug- en schouderklachten, had een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) ontvangen. Het Uwv had op 15 juni 2010 vastgesteld dat appellante per die datum weer geschikt was voor haar eigen werk, maar appellante heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. In 2017 verzocht appellante het Uwv om terug te komen van dit besluit, maar het Uwv weigerde dit omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing zouden ondermijnen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze weigering ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat er sprake was van een chronische depressieve stoornis en dat haar rugklachten voortkwamen uit artrose, wat volgens haar niet in de eerdere beoordeling was meegenomen. De verzekeringsarts van het Uwv had echter vastgesteld dat de psychische en lichamelijke klachten van appellante in 2010 al waren meegewogen in de beoordeling. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv geen aanleiding had hoeven zien om terug te komen van het besluit van 15 juni 2010. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.