ECLI:NL:CRVB:2019:4264
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van geselecteerde functies voor appellant in het kader van de Ziektewet na psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die zich per 19 augustus 2014 ziek had gemeld met psychische klachten, was in hoger beroep gegaan tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht meer op ziekengeld toekende. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad onderschrijft deze beslissing. De Raad oordeelt dat de overwegingen van de rechtbank, zoals samengevat in de uitspraak, volledig worden onderschreven. Het expertiserapport van psychiater S. van der Wouden biedt geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het Uwv de beperkingen van appellant heeft onderschat. De geselecteerde functies zijn in medisch opzicht geschikt voor appellant, ondanks zijn bezwaren over de geschiktheid van deze functies. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.