ECLI:NL:CRVB:2019:4234
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen disciplinaire maatregelen opgelegd aan ambtenaar wegens plichtsverzuim
Op 19 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die haar beroep tegen een bestreden besluit ongegrond had verklaard. Dit bestreden besluit betrof disciplinaire maatregelen die de minister had opgelegd, waaronder een schriftelijke berisping en de inhouding van een kwart maandsalaris, beide wegens plichtsverzuim. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante zich niet heeft gehouden aan de regels omtrent het melden van ziekte en verlof, wat heeft geleid tot de opgelegde straffen. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat appellante niet op de juiste wijze haar ziekte had gemeld en dat de opgelegde straffen niet onevenredig waren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat haar verzoeken om uitstel van de zitting om gezondheidsredenen ten onrechte waren afgewezen. De Raad concludeerde dat de disciplinaire maatregelen gerechtvaardigd waren en dat appellante niet had voldaan aan haar verplichtingen als ambtenaar.