ECLI:NL:CRVB:2019:4222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- Y.J. Klik
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde exploitatie van een hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante ontving sinds 31 oktober 2014 bijstand op grond van de Participatiewet. Naar aanleiding van een melding van de politie dat er op 28 februari 2017 een hennepkwekerij was aangetroffen in de woning van appellante, heeft de gemeente Utrecht een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand van appellante met terugwerkende kracht tot 22 november 2016, omdat zij niet had gemeld dat zij een hennepkwekerij exploiteerde.
De Raad heeft vastgesteld dat de onderzoeksbevindingen van de gemeente voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat appellante de hennepkwekerij heeft geëxploiteerd. De rapportages van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau (NFO) die door appellante zijn ingediend, bieden geen aanleiding om aan de bevindingen van de gemeente te twijfelen. De Raad oordeelt dat de schending van de inlichtingenverplichting door appellante een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.
De uitspraak benadrukt dat het aan de betrokkene is om aannemelijk te maken dat hij recht heeft op bijstand, indien hij niet aan de inlichtingenverplichting heeft voldaan. De enkele stelling van appellante dat zij geen inkomsten heeft genoten uit de hennepteelt is onvoldoende om haar gelijk te krijgen. De Raad concludeert dat de intrekking van de bijstand terecht is gebeurd en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.