Uitspraak
18.4976 BBZ
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, een oudere zelfstandige, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De aanvraag werd afgewezen omdat het college, op basis van een advies van Friedeberg Consultancy BV (FCBV), concludeerde dat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar was. Appellant had een eenmanszaak en vroeg bijstand aan ter hoogte van € 44.251,- voor bedrijfskapitaal en levensonderhoud. Het college baseerde zijn besluit op een advies dat stelde dat de geprognosticeerde omzet van appellant niet realistisch was en dat het bedrijf niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening aan oudere zelfstandigen. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op het advies van FCBV, dat de levensvatbaarheid van het bedrijf van appellant in twijfel trok. Appellant had niet aangetoond dat het advies onzorgvuldig was of dat de conclusies onjuist waren. De Raad benadrukte dat de door appellant gepresenteerde omzetprognoses onvoldoende onderbouwd waren en dat het college niet verplicht was om de door appellant ingebrachte contra-expertise te volgen. De Raad concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding.