ECLI:NL:CRVB:2019:4208
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- Y.J. Klik
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijkheid aansprakelijkheid voor bedrijfskrediet en terugvordering door gemeente
In deze zaak gaat het om de hoofdelijkheid van appellante voor de terugbetaling van een bedrijfskrediet dat zij samen met haar ex-partner heeft aangevraagd. Appellante en haar ex-partner hebben in 2012 een bedrijfskrediet van € 62.000,- ontvangen op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Na de beëindiging van de onderneming van de ex-partner en zijn faillissement in 2015, ontstond er een betalingsachterstand in de aflossing van de lening. De gemeente heeft appellante geïnformeerd over de betalingsachterstand en heeft haar in de gelegenheid gesteld om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, maar appellante heeft hier niet aan voldaan. De gemeente heeft vervolgens de lening opgezegd en het openstaande bedrag van € 29.725,46 teruggevorderd van appellante, die hoofdelijk aansprakelijk was voor de lening. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de gemeente niet had mogen terugvorderen omdat de ex-partner zijn bedrijf had beëindigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ex-partner zijn bedrijfsactiviteiten niet had beëindigd, aangezien hij na het faillissement van de BV een eenmanszaak is gestart en deze activiteiten voortzette. De Raad bevestigt dat appellante hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de terugbetaling van de lening en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.