ECLI:NL:CRVB:2019:4182
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens onvoldoende gegevens
Op 19 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant, die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet in behandeling is genomen. Appellant, die in Marokko woont, heeft herhaaldelijk verzocht om een WAO-uitkering, maar het Uwv heeft deze aanvragen afgewezen op basis van onvoldoende gegevens. De rechtbank had eerder het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen een gewijzigd besluit van het Uwv ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij in Nederland heeft gewerkt en ziek is geworden, en dat het Uwv de aanvraag opnieuw moet beoordelen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant onvoldoende gegevens heeft verstrekt om zijn aanvraag te onderbouwen. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het Uwv bevoegd was om de aanvraag niet verder te behandelen op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.