ECLI:NL:CRVB:2019:4124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant, die als orderpicker werkte, had zich op 7 oktober 2013 ziek gemeld vanwege pijn- en psychische klachten na een auto-ongeluk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde op 14 oktober 2015 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd in een later bezwaar door het Uwv bevestigd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat de deskundige, dr. F.B. van der Wurff, geen psychiatrische stoornis bij appellant had vastgesteld en dat er geen beperkingen waren die een situatie van geen benutbare mogelijkheden rechtvaardigden. De deskundige concludeerde dat de klachten van appellant niet in overeenstemming waren met een ernstige psychiatrische aandoening. De Raad volgde de deskundige in zijn oordeel en oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.