ECLI:NL:CRVB:2019:4109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- A. Stehouwer
- M. van Paridon
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van voorschotten bijstandsverlening en rechtmatigheid van verstrekte bijstand
In deze zaak gaat het om de terugvordering van verstrekte voorschotten op bijstandsverlening aan appellant, die bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) had aangevraagd. Appellant heeft op 18 april 2017 bijstand aangevraagd en kreeg in totaal € 1.200,40 aan voorschotten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Na een gesprek op 31 mei 2017, waarin appellant verklaarde dat hij tijdelijk bij vrienden verbleef, heeft het college op basis van een ingevulde vragenlijst op 19 juni 2017 besloten de bijstandsaanvraag af te wijzen, omdat appellant een gezamenlijke huishouding voerde en het gezamenlijke inkomen hoger was dan de bijstandsnorm. Het college heeft vervolgens de eerder verstrekte voorschotten teruggevorderd.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het college niet in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van de bevoegdheid tot terugvordering, omdat de voorschotten in strijd met de wet zijn verstrekt. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college bevoegd was om de voorschotten terug te vorderen, omdat appellant geen recht op bijstand had. De Raad oordeelt dat het college niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de voorschotten te verstrekken zonder het nadere onderzoek naar de feitelijke woon- en leefsituatie van appellant af te wachten. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank, omdat het hoger beroep niet slaagt.