ECLI:NL:CRVB:2019:4101
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten elektrisch bed in het kader van de Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellanten, die bijstand ontvangen op grond van de Participatiewet (PW), hadden een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een elektrisch verstelbaar bed, noodzakelijk vanwege de medische situatie van appellante. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) een voorliggende voorziening is die toereikend en passend is voor de kosten van medische zorg.
De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de Zvw in beginsel als een toereikende en passende voorziening wordt beschouwd. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en geconcludeerd dat de noodzaak voor het bed voortkomt uit de medische klachten van appellante, maar dat de Zvw niet voorziet in vergoeding van de kosten van het bed. De Raad heeft vastgesteld dat er geen zeer dringende redenen zijn die een uitzondering op de regel rechtvaardigen, zoals vereist in artikel 16 van de PW.
In hoger beroep hebben appellanten hun eerdere argumenten herhaald, maar de Raad heeft geconcludeerd dat deze gronden niet nieuw zijn en dat de rechtbank gemotiveerd op deze gronden is ingegaan. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.