ECLI:NL:CRVB:2019:4058
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WGA-loonaanvullingsuitkering wegens arbeidsongeschiktheid onder de 35%
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2019 uitspraak gedaan over de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante, die zich per 17 april 2009 ziek had gemeld met hoofdpijn- en psychische klachten. De appellante had aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar deze werd per 12 oktober 2015 beëindigd omdat de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op minder dan 35%. De rechtbank Oost-Brabant had eerder het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak.
De Raad heeft deskundigen ingeschakeld om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundige, psychiater dr. F.B. van der Wurff, concludeerde dat er geen psychiatrische stoornis was vastgesteld op de datum in geding, en dat de voor appellante geldende beperkingen correct waren vastgelegd. De Raad oordeelde dat de conclusies van de deskundige inzichtelijk en onderbouwd waren, en dat er geen reden was om deze niet te volgen. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies in overeenstemming waren met de vastgestelde beperkingen van appellante.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de noodzaak om conclusies van deskundigen te respecteren, vooral wanneer deze goed onderbouwd zijn. De Centrale Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de beslissing is openbaar uitgesproken.