ECLI:NL:CRVB:2019:4050

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 december 2019
Publicatiedatum
13 december 2019
Zaaknummer
18/3393 ANW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing nabestaandenuitkering wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 mei 2018. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat appellante geen recht had op een nabestaandenuitkering omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene Nabestaandenwet (ANW).

De Centrale Raad van Beroep onderschrijft het oordeel van de rechtbank volledig. Het is niet in geschil dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet meer in Nederland woonde of werkte, waardoor hij niet verzekerd was op grond van artikel 13 van de ANW. Het feit dat hij recht had op een WAO-uitkering op het moment van overlijden, betekent niet dat hij ook verzekerd was voor de ANW.

Bovendien is vastgesteld dat de echtgenoot niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW, zoals bedoeld in de artikelen 63 en 63a van de ANW. Gegevens van de Caisse Nationale de Sécurité Sociale bevestigen dat hij ook niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving. Hierdoor bestaat er geen aanspraak op een nabestaandenuitkering op basis van artikel 13a van de ANW in combinatie met artikel 22 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank, en deze beslissing is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

18.3393 ANW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 mei 2018, 17/4516 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (Marokko) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 5 december 2019
Zitting heeft: J.J.T. van den Corput
Griffier: B.V.K. de Louw
Ter zitting is verschenen: mr. E.M. Mulder (namens de Svb)

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het besluit van 5 juli 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering omdat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.
2. Het oordeel van de rechtbank wordt volledig onderschreven. Tussen partijen is niet in geschil dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet meer in Nederland woonde of werkte. Hij was daarom op dat moment niet verzekerd op grond van artikel 13 van de ANW. Het feit dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden recht had op een WAO-uitkering brengt niet mee dat hij op dat moment verzekerd was voor de ANW. Verder is niet in geschil dat de echtgenoot ten tijde van het overlijden niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW, als bedoeld in artikel 63 en 63a van de ANW. Op grond van gegevens van de Caisse Nationale de Sécurité Sociale staat eveneens vast dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was ingevolge de Marokkaanse wetgeving, zodat ook op grond van artikel 13a van de ANW in combinatie met artikel 22 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko geen aanspraak op een nabestaandenuitkering bestaat.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) B.V.K. de Louw (getekend) J.J.T. van den Corput