ECLI:NL:CRVB:2019:4050
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nabestaandenuitkering wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 mei 2018. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat appellante geen recht had op een nabestaandenuitkering omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene Nabestaandenwet (ANW).
De Centrale Raad van Beroep onderschrijft het oordeel van de rechtbank volledig. Het is niet in geschil dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet meer in Nederland woonde of werkte, waardoor hij niet verzekerd was op grond van artikel 13 van de ANW. Het feit dat hij recht had op een WAO-uitkering op het moment van overlijden, betekent niet dat hij ook verzekerd was voor de ANW.
Bovendien is vastgesteld dat de echtgenoot niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW, zoals bedoeld in de artikelen 63 en 63a van de ANW. Gegevens van de Caisse Nationale de Sécurité Sociale bevestigen dat hij ook niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving. Hierdoor bestaat er geen aanspraak op een nabestaandenuitkering op basis van artikel 13a van de ANW in combinatie met artikel 22 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank, en deze beslissing is in het openbaar uitgesproken.