ECLI:NL:CRVB:2019:3993
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en duurzaamheidsbeoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan een (ex)werknemer van appellante, die zich op 12 mei 2014 ziek meldde wegens psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 28 juni 2016 besloten dat de (ex)werknemer met ingang van 9 mei 2016 recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar niet op een IVA-uitkering, omdat hij niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt is. Dit besluit werd door appellante bestreden, maar de rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep ongegrond. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank de tegenstrijdige visies van twee psychiaters niet goed had gewogen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd en dat de medische beoordeling juist is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en concludeert dat er geen aanleiding is om een onafhankelijke deskundige te raadplegen. De Raad stelt vast dat de (ex)werknemer, hoewel volledig arbeidsongeschikt, niet duurzaam arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet WIA, en bevestigt de toekenning van de loongerelateerde WGA-uitkering.