ECLI:NL:CRVB:2019:3975
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- W.F. Claessens
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AIO-aanvulling wegens onvoldoende informatie over onroerend goed in Turkije
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2017. De appellant had een aanvraag ingediend voor een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling), maar deze aanvraag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op basis van onvoldoende informatie over zijn vermogen, met name over onroerend goed in Turkije. De Svb had eerder al de AIO-aanvulling van de appellant over een bepaalde periode ingetrokken, omdat hij geen melding had gemaakt van zijn eigendom van een woning en grond in Turkije. De rechtbank had de beroepen van de appellant tegen de besluiten van de Svb ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant aanvullende stukken ingediend, waaronder rapporten van makelaars en verklaringen van de gemeente en het dorpshoofd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de appellant niet had voldaan aan zijn bewijslast. De ingediende rapporten waren niet voldoende om de waarde van de onroerende zaken vast te stellen, en de verklaringen gaven geen inzicht in de economische waarde van de woning en het perceel grond. De Raad benadrukte dat de appellant bij de aanvraag van de AIO-aanvulling had moeten melden dat hij over onroerend goed beschikte en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de ingediende stukken voldoende waren om zijn recht op AIO-aanvulling vast te stellen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.