Uitspraak
18.4666 PW
18 juli 2018, 17/4778 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
22 maart 2018 (bestreden besluit) het besluit van 2 augustus 2017 herzien in die zin dat de bijstand wordt ingetrokken met ingang van 1 maart 2017. Als gevolg daarvan is de terugvordering komen te vervallen. Daarnaast heeft het college afgezien van het opleggen van een boete. Als toelichting op dit besluit heeft het college vermeld dat hij, ondanks de juistheid van het besluit van 2 augustus 2017, bereid is appellanten tegemoet te komen.
.Deze beroepsgrond slaagt niet. In de door het college in hoger beroep overgelegde registratie van de melding bij het Sociaal Team staat dat appellant zich op 14 maart 2017 bij het Sociaal Team heeft gemeld in verband met financiële problematiek en ondersteuning bij loonbeslag heeft gevraagd. Hij kon niets met de brieven van de deurwaarder. Uit die registratie blijkt voorts dat een gesprek is gepland voor 28 maart 2017. Volgens het college is in het klantdossier bij Sociale Zaken terug te vinden dat op 7 maart 2017 beslag op de bijstand van appellanten is gelegd door GGN mastering credit namens Menzis. Dat vervolgens, zoals kan worden afgeleid uit de rapportage “Bezwaar en beroep” van 2 augustus 2017 en ook ter zitting in hoger beroep door het college is erkend, bij het bezoek aan appellanten op 28 maart 2017 door het Sociaal Team assistentie is verleend bij het uitdraaien van het door het college gevraagde mutatieoverzicht, betekent niet dat appellanten op 14 maart 2017 om uitstel hebben verzocht. Indien appellanten meer tijd nodig hadden voor het verkrijgen van het mutatieoverzicht, zoals zij hebben aangevoerd, dan had het op hun weg gelegen het college tijdig om uitstel te vragen, althans te melden dat zij de mutatieoverzichten niet tijdig konden verkrijgen. De melding bij het Sociaal Team over loonbeslag kan niet als zodanig worden aangemerkt, omdat in de registratie van de melding niets is vermeld over stukken die bij het college moesten worden ingeleverd. Dat appellanten daar toen over hebben gesproken, hebben zij niet aannemelijk gemaakt.