ECLI:NL:CRVB:2019:3912
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden op basis van medisch advies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bekend is met rugklachten, had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening voor hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze aanvraag afgewezen, onder verwijzing naar een medisch advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) van 15 november 2017. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college het bestreden besluit op het medisch advies van het IAB heeft kunnen baseren. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die zijn stelling onderbouwt dat hij na de tweede operatie nog steeds forse beperkingen ondervindt. De Raad concludeert dat de medisch adviseur van het IAB zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is om het advies voor onjuist te houden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.
De uitspraak benadrukt het belang van medisch advies in het kader van aanvragen voor hulp bij het huishouden en de noodzaak voor appellanten om relevante medische informatie te overleggen ter ondersteuning van hun claims. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.