ECLI:NL:CRVB:2019:3895
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering en weigering WIA-uitkering na hernieuwde aanvraag wegens arbeidsongeschiktheid
Op 5 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant had eerder een WGA-uitkering ontvangen, maar deze was in 2012 beëindigd. In 2015 verzocht hij om een nieuwe WIA-uitkering, maar het Uwv weigerde dit omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven, waarbij werd vastgesteld dat er zorgvuldig medisch onderzoek was verricht door de verzekeringsartsen. Appellant had aangevoerd dat zijn beperkingen waren onderschat en verzocht om de benoeming van een onafhankelijke psychiater. De Raad oordeelde echter dat appellant voldoende gelegenheid had gehad om informatie van zijn behandelaars in te dienen en dat de informatie die was ingediend geen twijfel opriep aan de medische beoordeling van de verzekeringsartsen.
De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de belastbaarheid van appellant niet werd overschreden door de geselecteerde functies en dat er geen aanleiding was voor een urenbeperking. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 december 2019.