ECLI:NL:CRVB:2019:3830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens ontbreken woonkosten voor dakloze
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, een dakloze, had bezwaar gemaakt tegen de verlaging van zijn bijstandsuitkering met 10% op basis van het ontbreken van woonkosten. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had de bijstandsnorm verlaagd, omdat de appellant geen vaste woonlasten had, ondanks dat hij kosten voor nachtopvang maakte. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat de verlaging van de bijstandsnorm onterecht was, omdat hij wel degelijk kosten voor nachtopvang had. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant, als dakloze, voldeed aan de criteria voor verlaging van de bijstandsnorm zoals vastgelegd in de Beleidsregels. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten van nachtopvang niet gelijkgesteld kunnen worden aan de woonkosten die in de Beleidsregels worden bedoeld. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij de verlaging van de bijstandsnorm met 10% werd gehandhaafd.
De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van woonkosten in het kader van de Participatiewet en de toepassing van de Beleidsregels voor daklozen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.