ECLI:NL:CRVB:2019:3786
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag van ambtenaar wegens ongeoorloofde raadplegingen van Suwinet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag die is opgelegd aan een ambtenaar van Werkplein Hart van West-Brabant. De ambtenaar was werkzaam als [naam functie] en had zich schuldig gemaakt aan 127 ongeoorloofde raadplegingen van Suwinet, een systeem voor het raadplegen van privacygevoelige gegevens. De Raad oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was in verhouding tot het gepleegde plichtsverzuim, gezien de aard en ernst van de verweten handelingen. De rechtbank had eerder het besluit van het dagelijks bestuur vernietigd, maar de Raad kwam tot de conclusie dat het dagelijks bestuur bevoegd was tot het opleggen van de disciplinaire straf. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid en integriteit van ambtenaren, vooral in het omgaan met privacygevoelige informatie.