ECLI:NL:CRVB:2019:376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een uitspraak inzake een dienstongeval en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2019 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 12 december 2013. Verzoeker, die in 1984 in dienst trad bij de gemeente Twenterand, had een ongeval met een machine op 4 januari 2005. Na het ongeval heeft hij schadevergoeding aangevraagd, maar zijn verzoek werd afgewezen. De rechtbank Almelo had eerder het college aansprakelijk gesteld, maar de Raad vernietigde deze uitspraak in 2013, omdat er onvoldoende bewijs was voor een causaal verband tussen het ongeval en de knieklachten van verzoeker.
Verzoeker heeft in juni 2018 om herziening gevraagd, stellende dat het onderzoek naar het ongeval onzorgvuldig was en dat er nieuwe medische gegevens waren die het causaal verband konden onderbouwen. De Raad oordeelde echter dat het verzoek om herziening onredelijk laat was ingediend, aangezien het meer dan een jaar na de openbaarmaking van de eerdere uitspraak was ingediend. De Raad benadrukte dat verzoeker niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk moest worden verklaard, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door N.J. van Vulpen-Grootjans, met Y. Itkal als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.