ECLI:NL:CRVB:2019:3736
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening door weigering medewerking aan huisbezoek
In deze zaak heeft appellant op 15 augustus 2016 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad heeft deze aanvraag afgewezen op 27 oktober 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 15 maart 2017. De afwijzing was gebaseerd op de weigering van appellant om medewerking te verlenen aan een huisbezoek op 13 oktober 2016, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij zij het belang van het bijstandverlenend orgaan om een huisbezoek af te leggen benadrukte. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet heeft geweigerd mee te werken aan het huisbezoek, maar dat hij zijn zoon moest ophalen van school. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de medewerkers van het college rekening hebben gehouden met deze situatie en dat appellant zijn toestemming voor het huisbezoek heeft geweigerd, ondanks dat hem de gevolgen van deze weigering zijn meegedeeld. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de gronden van appellant in hoger beroep in wezen een herhaling zijn van wat eerder is aangevoerd. De Raad kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep niet slaagt.