Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van verzoeker tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek om schadevergoeding gegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 november 2019 uitspraak gedaan. Verzoeker had in 2015 een verzoek om schadevergoeding ingediend bij het Uwv, maar het Uwv had niet alle benodigde gegevens ontvangen om op dit verzoek te beslissen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv geen dwangsom verschuldigd was, omdat de beslistermijn was opgeschort. Verzoeker was het hier niet mee eens en stelde dat er wel sprake was van overschrijding van de beslistermijn en dat het Uwv een dwangsom verschuldigd was. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat verzoeker nog niet alle door het Uwv opgevraagde gegevens had overgelegd en dat het Uwv terecht geen dwangsom verschuldigd was. De rechtbank had ook geen aanleiding gezien om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. De voorzieningenrechter bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.