ECLI:NL:CRVB:2019:364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag WAO-uitkering zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn herhaalde aanvraag voor een WAO-uitkering door het Uwv. De aanvraag was gedaan op 4 april 2016, maar het Uwv had deze afgewezen op basis van het feit dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing van 15 september 2006 konden onderbouwen. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, omdat hij geen nieuwe informatie had aangeleverd die zijn claim kon ondersteunen. Tijdens de zitting op 20 december 2018 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door A. Anandbahadoer.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 31 januari 2019 geoordeeld dat de aanvraag van appellant een herhaling was van de eerdere aanvraag, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de afwijzing konden rechtvaardigen. De Raad heeft bevestigd dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een verzekerde periode ziek is geworden. De ingebrachte medische informatie was te laat en bevatte geen nieuwe gegevens over de periode waarin appellant verzekerd was voor de WAO. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.