Uitspraak
19.344 AW
13 december 2018, 18/2078 (aangevallen uitspraak)
mr. Van den Boogerd-Zuijderwijk verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.J. Wintjes en U.J.W. van Nispen.
OVERWEGINGEN
re-integratiewerk moest verrichten. Daaraan had B toegevoegd dat appellant ’s morgens vroeger zou starten als hij door afspraken deze werktijd niet zou kunnen maken. Appellant is op 24 mei 2017 in het geheel niet op zijn werkplek verschenen en heeft volstaan met een email bericht aan zijn collega, dat hij hem om 12.03 uur heeft verzonden. De Raad laat in het midden of appellant op 24 mei 2017 daadwerkelijk bij een andere afdeling van de gemeente is gaan praten om te bezien of daar voor hem geschiktere re-integratiewerkzaamheden beschikbaar waren, nu appellant tot aan de zitting bij de Raad niet bekend heeft gemaakt bij welke afdeling en bij wie hij geweest zou zijn. Vast staat dat appellant volgens de afspraak van 10 februari 2017 met trajectmanager/mobiliteitsadviseur N het niet nakomen van afspraken aan haar moest laten weten en dat hij dit niet heeft gedaan. Dat bij appellant op
24 mei 2017 mogelijkerwijs nog niet bekend was wie de opvolger was van de inmiddels vertrokken leidinggevende B, was dus geen beletsel voor appellant om zijn wens om op
24 mei 2017 niet dan wel gedeeltelijk afwezig te zijn voor zijn re-integratiewerkzaamheden met de juiste leidinggevende te bespreken. Omdat namens appellant ter zitting is erkend dat de grotendeels in het Turks gestelde email niet passend was behoeft dit geen verdere bespreking.