ECLI:NL:CRVB:2019:3567
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ongewijzigde voortzetting WIA-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellante had zich ziek gemeld met psychische klachten en ontving een WIA-uitkering. Het Uwv had haar uitkering ongewijzigd voortgezet, maar appellante was het niet eens met de medische beoordeling en de vastgestelde belastbaarheid. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is verricht. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die tot een ander oordeel kunnen leiden. De arbeidsdeskundige heeft voldoende gemotiveerd dat de belasting in de geselecteerde functies de belastbaarheid van appellante niet overschrijdt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.