ECLI:NL:CRVB:2019:3516
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling gestelde aanvraag wegens onvolledige gegevensverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft de buitenbehandelingstelling van een aanvraag voor bijstandsverlening van appellant, die op 6 september 2016 was ingediend. De aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat appellant niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd, waaronder bankafschriften en een verklaring over zijn levensonderhoud voorafgaand aan de aanvraag. De Raad oordeelt dat de appellant onvoldoende informatie heeft verschaft voor de beoordeling van zijn aanvraag, zoals vereist door artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Appellant heeft verklaard dat hij een zwervend bestaan heeft geleid en geen vast adres had, maar heeft niet de benodigde gegevens verstrekt over zijn verblijfplaatsen en de personen die hem mogelijk hebben ondersteund. De Raad benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de aanvrager is om de benodigde informatie te verstrekken, en dat het niet verstrekken van deze gegevens leidt tot de conclusie dat de aanvraag niet kan worden behandeld. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die had geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Zwolle terecht gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te stellen.
De Raad wijst ook de beroepsgrond van appellant af dat hij na de buitenbehandelingstelling wel bijstand heeft gekregen, omdat de omstandigheden op dat moment niet waren veranderd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.