Uitspraak
17.5369 WIA, 18/5341 WIA
OVERWEGINGEN
35 tot 45%.
1 augustus 2017 een WGA-vervolguitkering, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%, toegekend.
2 mei 2017.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellant, die sinds 2009 arbeidsongeschikt is door rug- en psychische klachten. Appellant ontving aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering, maar na herbeoordelingen door het Uwv is zijn mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op verschillende percentages. De Centrale Raad van Beroep behandelt de hoger beroepen van appellant tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam, die de besluiten van het Uwv om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen, hebben bekrachtigd. De Raad oordeelt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de medische situatie van appellant niet wezenlijk is veranderd tussen 2014 en 2017. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat de aan de schattingen ten grondslag gelegde functies medisch geschikt zijn voor appellant. De uitspraak is gedaan op 31 oktober 2019.