Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt het dagelijks bestuur in de proceskosten van het verzet van appellant tot een bedrag van € 256,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 25 september 2018. In die eerdere uitspraak was het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van het hoger beroep niet tijdig waren ingediend. De gemachtigde van appellant heeft echter verzet aangetekend, waarbij hij een verzendbewijs heeft overgelegd waaruit blijkt dat de gronden op 23 juli 2018 tijdig naar de Raad zijn gefaxt. De Raad heeft in het verzet vastgesteld dat appellant niet in verzuim is geweest, en heeft daarom het verzet gegrond verklaard. De eerdere uitspraak van 25 september 2018 vervalt, en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Tevens is het dagelijks bestuur van Werkzaak Rivierenland veroordeeld in de proceskosten van het verzet van appellant tot een bedrag van € 256,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.