ECLI:NL:CRVB:2019:3260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet wegens onvoldoende financiële transparantie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW) door het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen is afgewezen. Appellanten, die tot 27 oktober 2015 bijstand ontvingen, hebben op 17 juni 2016 een nieuwe aanvraag ingediend, maar deze is afgewezen omdat zij niet alle benodigde financiële gegevens hebben overgelegd. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellanten hebben niet alle bankafschriften overgelegd, waardoor hun financiële situatie onduidelijk blijft. De Raad benadrukt dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die tot inwilliging van de aanvraag nopen. Het college heeft terecht gesteld dat zonder volledige inzage in de financiële situatie, het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld.
De Raad heeft geoordeeld dat de gronden die appellanten in hoger beroep hebben aangevoerd niet slagen. De financiële situatie van appellanten blijft onduidelijk, en zij hebben niet de benodigde gegevens overgelegd, ondanks dat zij de gelegenheid hebben gehad om dit te doen. De Raad bevestigt daarom de uitspraak van de rechtbank en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.