ECLI:NL:CRVB:2019:3244

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
11 oktober 2019
Zaaknummer
18/4473 VALYS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag hoog persoonlijk kilometerbudget op basis van medische beoordeling

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, geboren in 1962, had een aanvraag ingediend bij FMMU Advies B.V. voor de toekenning van een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb), omdat hij vanwege een angststoornis niet in staat zou zijn om met de trein te reizen. De FMMU heeft deze aanvraag echter afgewezen, omdat uit medisch onderzoek bleek dat de appellant, ondanks zijn klachten, in staat werd geacht om met begeleiding te reizen.

De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen de afwijzing van de FMMU ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant zijn standpunt herhaald en verwezen naar aanvullende medische stukken van zijn huisarts. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geconcludeerd dat de eerdere beoordeling van de rechtbank juist was. De Raad heeft vastgesteld dat de medische informatie die door de appellant was aangeleverd, niet voldoende was om aan te tonen dat de angstklachten een belemmering vormden voor het reizen met de trein.

De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

18.4473 VALYS

Datum uitspraak: 9 oktober 2019
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2018, 18/303 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
FMMU Advies B.V. (FMMU)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Namens de FMMU heeft mr. E.S. Träger een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 september 2019. Appellant is niet verschenen. De FMMU heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.S. Träger.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant, geboren in 1962, beschikt over een Valyspas met een standaard persoonlijk kilometerbudget (pkb). Hij heeft bij de FMMU een aanvraag ingediend om toekenning van een hoog pkb en daarbij verklaard dat hij vanwege een angststoornis niet in staat is om met de trein te reizen.
1.2.
De FMMU heeft in een besluit van 26 september 2017, na bezwaar gehandhaafd in een besluit van 8 december 2017 (bestreden besluit), de aanvraag van appellant afgewezen. Hieraan is ten grondslag gelegd dat bij de beoordeling van een aanvraag om een hoog pkb de criteria worden gehanteerd die zijn neergelegd in het Indicatieprotocol Hoog Persoonlijk Kilometer Budget, waaronder het criterium dat de aanvrager door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is, al dan niet met begeleiding, met de trein te reizen. Aan dit criterium wordt niet voldaan. Appellant wordt volgens artsen van de FMMU hiertoe in staat geacht. Daarom komt hij niet in aanmerking voor een hoog pkb.
2. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hij heeft verwezen naar stukken van onder meer zijn huisarts.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De Raad kan zich verenigen met het oordeel van de rechtbank dat uit het medisch onderzoek door de arts van de FMMU niet valt te concluderen dat de angstklachten een belemmering vormen voor het met begeleiding reizen met de trein. Appellant heeft in hoger beroep een medisch journaal gevoegd met verklaringen van benaderde mogelijke behandelaars. K.J. Kwant, als arts eveneens verbonden aan de FMMU, heeft deze informatie beoordeeld en aanvullend gerapporteerd dat de ernst en het blijvende karakter van de psychiatrische problematiek hieruit niet naar voren komt. Onder deze omstandigheden is er geen aanleiding om tot een ander oordeel dan dat van de rechtbank te komen.
4.2.
Uit wat onder 4.1 is overwogen volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.A. Boersma, in tegenwoordigheid van A.A.H. Ibrahim als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2019.
(getekend) J.P.A. Boersma
(getekend) A.A.H. Ibrahim

NW