Uitspraak
17.5363 ZW, 17/6756 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
M.A.E. Lageweg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2019.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellante, die zich op 5 december 2014 ziek meldde met pols- en rugklachten, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar ziekengeld per 5 januari 2016 stopzette. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar beperkingen voor hand- en polsgebruik zijn onderschat. Het Uwv heeft in een nieuw besluit, na aanvullend onderzoek, het bezwaar van appellante opnieuw ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en geoordeeld dat het onderzoek door het Uwv naar de hand- en polsklachten zorgvuldig is geweest. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellante. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.