ECLI:NL:CRVB:2019:3006
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening WAO-uitkering en medische beoordeling van appellant met psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 september 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de herziening van zijn WAO-uitkering door het Uwv. Appellant, die sinds 2001 arbeidsongeschikt is door psychische klachten, had zijn uitkering aanvankelijk op 80% of meer, maar deze was herzien naar 65-80% per 12 maart 2013. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening en stelde dat zijn beperkingen niet correct waren vastgesteld. De Raad heeft deskundigen benoemd om de medische situatie van appellant te onderzoeken. De deskundigen concludeerden dat appellant meer beperkingen had dan eerder aangenomen, maar de Raad oordeelde dat de aanpassing van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) door het Uwv voldoende was en dat de belasting in de geselecteerde functies de belastbaarheid van appellant niet overschreed. De Raad bevestigde de beslissing van het Uwv om de mate van arbeidsongeschiktheid op 65-80% te handhaven. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellant.