Uitspraak
17.6483 ZW
OVERWEGINGEN
24 december 2015 gezien. Deze arts heeft appellant belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van
24 december 2015. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant niet in staat is zijn eigen werk te verrichten, vervolgens vijf functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen berekend dat appellant 100% van zijn zogeheten maatmaninkomen zou kunnen verdienen. Het Uwv heeft bij besluit van 2 februari 2016 vastgesteld dat appellant met ingang van 16 maart 2016 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 29 september 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
de – later ingetrokken – hersteldverklaring in het kader van de ZW is de verwachting uitgesproken dat de situatie van appellant met medicatie nog zou kunnen verbeteren. Uit de informatie van de neuroloog van 22 april 2015 bleek dat de klachten van appellant mogelijk een medicatie-afhankelijk component hebben en de verzekeringsartsen zijn er daarom bij de voorliggende beoordeling niet meer van uitgegaan dat de situatie van appellant met medicatie zou kunnen verbeteren. Omdat de daarvoor noodzakelijke twijfel aan de beoordeling door het Uwv ontbreekt, wordt geen aanleiding gezien een onafhankelijke deskundige in te schakelen.