Uitspraak
16.7657 WIA
mr. Pietersz verschenen. Het Uwv is niet verschenen.
OVERWEGINGEN
18 oktober 2012 heeft appellant zich ziek gemeld met verwondingen na een roofoverval. Bij besluit van 22 juni 2014 heeft het Uwv geweigerd appellant na afloop van de voorgeschreven wachttijd met ingang van 16 oktober 2014 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toe te kennen, omdat de mate van zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is. Het bezwaar dat appellant tegen dit besluit heeft ingediend heeft het Uwv bij besluit van 21 april 2015 ongegrond verklaard. Het beroep dat appellant tegen dit besluit heeft ingediend heeft de rechtbank bij uitspraak van
8 september 2015 gegrond verklaard, waarbij het besluit van 21 april 2015 is vernietigd met instandlating van de rechtsgevolgen. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.
eerste dag na afloop van de wachttijd geen recht op een WGA-uitkering is ontstaan omdat de verzekerde op die dag niet gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, alsnog recht op die uitkering ontstaat met ingang van de dag dat de verzekerde wel (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt, indien hij op de dag hieraan voorafgaand minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid. Op grond van het derde lid van dit artikel kan dit recht niet later ingaan dan vijf jaar na de eerste dag na afloop van de wachttijd.
Wet WIA. Het gaat bij diezelfde ziekteoorzaak om de polsklachten en de psychische klachten. De enkelfractuur als gevolg van de val van de trap valt buiten deze beoordeling.
20 juni 2016 overtuigend heeft gemotiveerd dat de toen door appellant gepresenteerde psychische klachten en polsklachten vrijwel identiek waren aan de klachten die aan de orde waren bij de beoordeling aan het einde van de wachttijd. Zoals overwogen onder 4.6, heeft appellant geen medische gegevens verstrekt die aanleiding kunnen geven aan deze conclusie te twijfelen.