Uitspraak
17.5368 WAO
OVERWEGINGEN
BESLISSING
G.D. Alting Siberg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
Centrale Raad van Beroep
Op 5 september 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de weigering van een WAO-uitkering aan appellante, die sinds 1984 een uitkering ontving. Deze uitkering werd in 2009 beëindigd omdat appellante niet reageerde op oproepen van het Uwv. In 2016 verzocht appellante om hervatting van haar uitkering, maar het Uwv weigerde dit op basis van een medisch en arbeidskundig onderzoek, waaruit bleek dat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt was. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep.
In hoger beroep voerde appellante aan dat de medische beoordeling door het Uwv onjuist was en dat haar beperkingen niet goed waren ingeschat. Het Uwv verdedigde de eerdere beslissing. De Centrale Raad van Beroep onderschreef de beoordeling van de rechtbank en concludeerde dat appellante geen nieuwe argumenten had aangedragen die de medische beoordeling in twijfel trokken. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige voldoende rekening hadden gehouden met de medische situatie van appellante en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, geschikt waren voor haar.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 september 2019.