ECLI:NL:CRVB:2019:2832

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 augustus 2019
Publicatiedatum
28 augustus 2019
Zaaknummer
17/7503 AOW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake ouderdomspensioen en duurzaam gescheiden leven

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de rechtbank het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving een ouderdomspensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). In augustus 2016 meldde appellant dat hij en zijn echtgenote sinds januari 2014 uit elkaar waren, wat de Sociale verzekeringsbank (Svb) deed besluiten om te onderzoeken of er sprake was van duurzaam gescheiden leven. De Svb concludeerde dat dit niet het geval was en handhaafde het besluit om het ouderdomspensioen ongewijzigd te continueren.

Appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing, stellende dat er wel degelijk sprake was van duurzaam gescheiden leven. Echter, de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant in hoger beroep geen nieuwe of andere gronden had aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de aangevallen uitspraak. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

17.7503 AOW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 25 oktober 2017, 17/2216 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 8 augustus 2019
Zitting heeft: mr. J.J.T. van den Corput
Griffier: M. Graveland
Appellant is ter zitting verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.A.H. Koning

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Appellant was ten tijde hier van belang gehuwd en ontving een ouderdomspensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Naar aanleiding van de melding van appellant in augustus 2016 dat hij en zijn echtgenote sinds januari 2014 uit elkaar zijn, is de Svb gaan onderzoeken of sprake is van duurzaam gescheiden leven waardoor het ouderdomspensioen gewijzigd zou moeten worden naar dat voor een ongehuwde pensioengerechtigde. Bij besluit van 22 november 2016, gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 7 april 2017 (bestreden besluit), heeft de Svb appellant bericht dat zijn ouderdomspensioen ongewijzigd wordt gecontinueerd naar dat voor een gehuwde pensioengerechtigde omdat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven als bedoeld in artikel 1, derde lid, aanhef en onder b, van de AOW.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Volgens hem was wel sprake van duurzaam gescheiden leven.
4. Appellant heeft in hoger beroep geen wezenlijk nieuwe of andere gronden naar voren gebracht of redenen vermeld waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen.
De rechtbank heeft deze beroepsgronden in de aangevallen uitspraak afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom deze niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en volstaat met een verwijzing daarnaar. De Raad maakt dan ook het oordeel waartoe de rechtbank op grond van deze overwegingen is gekomen tot het zijne. Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M. Graveland (getekend) J.J.T. van den Corput
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip duurzaam gescheiden leven.
sg