ECLI:NL:CRVB:2019:28
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- M. Hillen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekken en terugvorderen van bijstand wegens niet-gemelde verkoopactiviteiten via Marktplaats
Op 8 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft appellanten die sinds 1 maart 2011 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een onderzoek door de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd, waaruit bleek dat appellanten inkomsten genereerden uit verkoopactiviteiten op Marktplaats, heeft het college van burgemeester en wethouders van Meijerijstad besloten om de bijstand van appellanten in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Dit besluit was gebaseerd op de bevindingen dat appellanten in de periode van 2014 tot en met 2014 ongeveer 550 advertenties op Marktplaats hadden geplaatst, wat niet als incidentele verkoop van privé-goederen kon worden aangemerkt.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep voerden appellanten aan dat zij de inlichtingenverplichting niet hadden geschonden, omdat het om incidentele verkopen ging. De Raad oordeelde echter dat de frequentie en aard van de verkopen niet als incidenteel konden worden gekwalificeerd. De Raad bevestigde dat het college terecht had geconcludeerd dat appellanten hun inlichtingenverplichting hadden geschonden, wat een rechtsgrond oplevert voor de intrekking van de bijstand. De Raad oordeelde dat appellanten niet hadden aangetoond dat zij recht hadden op bijstand indien zij wel aan hun verplichtingen hadden voldaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.