ECLI:NL:CRVB:2019:2796

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 augustus 2019
Publicatiedatum
22 augustus 2019
Zaaknummer
18/1954 AOW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van eerdere uitspraak inzake AOW en betrokkenen bij de besloten vennootschap te Cyprus

Op 22 augustus 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 18/1954 AOW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 28 februari 2019. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had verzocht om rectificatie van deze eerdere uitspraak, waarin de context van een toezegging van de Svb niet toereikend was weergegeven. De Raad heeft vastgesteld dat de Svb had aangegeven oog te hebben voor de lastige positie van werknemers die op de loonlijst van een besloten vennootschap te Cyprus hebben gestaan. De Raad heeft de tekst van de eerdere uitspraak aangepast om de toezegging van de Svb correct weer te geven. De rectificatie houdt in dat de Svb in beginsel zal meewerken aan regularisatieverzoeken van betrokkenen die in Nederland werken, mits zij voldoen aan bepaalde voorwaarden. De uitspraak tot rectificatie is openbaar uitgesproken en zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is in aanwezigheid van de griffier gedaan.

Uitspraak

18/1954 AOW-R e.v.
Datum uitspraak: 22 augustus 2019
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 28 februari 2019, 18/1954 AOW e.v.
Partijen:
[de besloten vennootschap] te Cyprus ([de besloten vennootschap]) en vier van de 41 betrokkenen zoals vermeld in de bij de uitspraak van 28 februari 2019 behorende bijlage (appellanten)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb)
de 24 betrokkenen die aan de gedingen hebben deelgenomen als derde-belanghebbenden, zoals vermeld in de bij de uitspraak van 28 februari 2019 behorende bijlage
PROCESVERLOOP
De Svb heeft de Raad beargumenteerd en onderbouwd verzocht om de uitspraak van de Raad van 28 februari 2019, 18/1954 AOW e.v., te rectificeren.
Op dit verzoek is namens appellanten en betrokkenen een reactie gegeven door
mr. J.H. Weermeijer.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft vastgesteld dat hij in zijn uitspraak van 28 februari 2019 de context waarin de Svb de onder punt 6.2 vermelde toezegging heeft gedaan, niet toereikend heeft weergegeven. Daarom wijzigt de Raad zijn uitspraak van 28 februari 2019 als volgt.
Punt 6.2 wordt:
‘De Svb heeft te kennen gegeven oog te hebben voor de lastige positie waarin werknemers die op de loonlijst van [de besloten vennootschap] hebben gestaan, verkeerden en verkeren. Toegezegd is dat als betrokkenen, voor zover die vallen in de bandbreedte van 20 tot 25% werken in Nederland, na deze uitspraak regularisatieverzoeken indienen, de Svb in beginsel zal meewerken aan het inwilligen daarvan en zich dan zal inzetten om het Cypriotische orgaan ervan te overtuigen om dat ook te doen. Daarbij is aangetekend dat de Svb er rekening mee houdt dat het Cypriotische orgaan zal weigeren mee te werken aan het inwilligen van regularisatieverzoeken van betrokkenen, op de grond dat [de besloten vennootschap] ook in Cyprus geen premies voor betrokkenen heeft afgedragen. Als het Cypriotische orgaan al wil meewerken aan het inwilligen van regularisatieverzoeken van betrokkenen, zal hieraan mogelijk de voorwaarde worden verbonden dat alsnog premies worden afgedragen te Cyprus.’
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 28 februari 2019, 18/1954 AOW e.v., als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum als voorzitter en E.E.V. Lenos en T.L. de Vries als leden, in tegenwoordigheid van M.A.A. Traousis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 augustus 2019.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) M.A.A. Traousis

JL