Uitspraak
18.5732 AW, 18/5758 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van het college een griffierecht van € 508,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de hypothecaire personeelsleningen die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten heeft verstrekt aan betrokkene. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de brieven van het college van 17 november 2016 geen besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat betrokkene bezwaar kan maken bij de belastinginspecteur. De Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de inwerkingtreding van artikel 13, derde lid, aanhef en onder c, van de Wet op de loonbelasting 1964 gevolgen heeft voor de nihilwaardering van het rentevoordeel van personeelsleningen. Het college heeft betrokkene geïnformeerd over de gevolgen van deze wijziging, maar de Raad oordeelt dat de brieven geen inhoudingen zijn en dus niet gelijkgesteld kunnen worden met een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur. Betrokkene kan zijn bezwaar tegen de inhouding indienen bij de belastinginspecteur, die bevoegd is om het bezwaar te behandelen. De Raad wijst het verzoek van betrokkene om een dwangsom toe te kennen af, omdat het college geen dwangsom verschuldigd is. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het college wordt veroordeeld tot het betalen van griffierecht.